|
Praktijk “Zonder wortels, geen vleugels.” Sneh Victoria Schnabel
InleidingFamilieopstellingen hebben iets magisch. Totaal onbekende mensen nemen de rol op zich van een vader, een moeder, een broer, een zus, een grootouder … en van de cliënt zelf, de zgn. opsteller, en lijken precies aan te voelen hoe die vader, moeder … en de cliënt zich gedragen, wat ze voelen, hoe de onderlinge relaties zijn, welke afstand of nabijheid er is. Soms vragen deelnemers of ze een opstelling moeten maken van vroeger of nu. Een familieopstelling toont hoe je de relaties nu ervaart, een opstelling speelt zich af in een heel vreemde tijd, niet in de tegenwoordige tijd en ook niet in de verleden tijd. Levenden en doden ‘communiceren’ met elkaar, mensen die elkaar helemaal niet gekend hebben, blijken veel met elkaar gemeen en een sterke band te hebben. Een opstelling geeft een actueel beeld van hoe de opsteller de verhoudingen in zijn familie ervaart in een absolute tijd. Soms is het wat wennen aan het beeld dat je dan ziet. Probleemstelling en oplossingEen opstelling is een visualisering van de verhoudingen tussen de verschillende leden van de familie en toont de onbewuste patronen en verborgen dynamieken. Enerzijds probeert de begeleider een zicht op de probleemstelling te krijgen. Anderzijds zoekt hij vanuit het systeem een oplossing en zoekt hij naar een situatie waar ieder op die plaats staat die hem/haar toekomt en die hem/haar kracht geeft. Het mooie is dat elk systeem en elke opstelling een tendens tot heling heeft. RepresentantenEen (familie- of systeem)opstelling visualiseert de verhouding tussen familieleden die belangrijk zijn. Daarvoor werken we met representanten of plaatsvervangers. Rituelen en taalgebruik in een opstellingOpstellingen hebben vaak een ritueel karakter. Het taalgebruik wordt zoveel mogelijk beperkt. De kracht en het bijzondere van een opstelling is dat ze toont wat vergeten of verdrongen is, maar wat het systeem van de cliënt toch onthouden heeft. Tijdens het tweede (oplossingsgerichte) deel van de opstelling wordt representanten gevraagd om een andere plek in te nemen. Maar soms zijn woorden belangrijker dan daden. Soms wordt representanten gevraagd om een uitspraak te doen, bvb 'Ik ben je dochter, jij bent mijn vader.' Dat kan soms ouderwets klinken of afstandelijk of koud. Maar een opstelling spreekt de taal van de ziel, deze archaïsche taal duidt iets aan waar het gewone, dagelijkse taalgebruik vaak te kort schiet. Dergelijke taal kan een cliënt helpen om zich anders te verhouden, om zich anders in te stellen en een nieuwe plek in zijn systeem in te nemen. |
![]() |